Gezellig bij elkaar zittend beginnen we een langzaam aanzwellende klaagzang van pijntjes, kwaaltjes, dingen die ons moeilijk gaan vallen. We steunen wat af. Herkenbaar? Maar van de week hoorde ik op de radio drie concertsterren aangekondigd worden: een hoornist, een pianist en een zanger. Als kind al hadden zij de droom deze status te bereiken. Dit ondanks het feit dat zij alle drie een, naar ieder dacht onoverkomelijke, handicap hadden. De hoornist was geboren zonder armen, de pianist met alleen een linkerhand, de zanger had een groeistoornis en is niet langer dan een meter vijfendertig geworden.
De eerste heeft voor elkaar gekregen dat hij met zijn voeten een aangepaste hoorn kan bespelen. Hij speelde een hoornconcert van Mozart. Geweldig. De pianist speelde het pianoconcert voor de linkerhand van Ravel. Virtuoos. De zanger is een veelgevraagde podiumster geworden. Hij zong met een prachtige aria de sterren van de hemel.
Ik vond het zo inspirerend. Daarnaast gezet ons beschamend geklaag. Natuurlijk: oud worden en klachten hebben is vervelend en voor sommigen onoverkomelijk zwaar. Die laatsten verdienen alleen begrip en geduld. Hebben reden tot klagen. Maar oud zijn op zich, ook al is het met kwaaltjes, is geen handicap, maar een fase die ik vanaf nu mijn uitdaging ga vinden.
Geïnspireerd door die drie grootse dromen. Ik ga voortaan kijken naar mijn mogelijkheden, doen wat ik allemaal nog wèl kan. Zin in. Meteen! Hoewel: misschien is volgende week beter. Ik voel mijn rug… O nee. Sjonge, wel even wennen, zo’n nieuwe levenshouding!